“Valschermenspringen zit ons in het bloed”
Andy en David Grauwels maken deel uit van de militaire valschermploeg die begin december zilver behaalde op het wereldkampioenschap in Dubai. Ze delen niet alleen dezelfde achternaam. Van kinds af aan zijn beide broers ook verzot op parachutespringen.
Valschermspringen is geen voor de hand liggende sport, zoals voetbal of tennis. Waarom kozen jullie hiervoor?
David: We waren nog heel jong toen we in de wereld van het parachutespringen rolden. Maar het was een logische keuze. Onze vader is een ex-paracommando. Ook onze grootouders deden al aan valschermspringen. Het zit dus echt in ons bloed.
Andy: Onze allereerste sprong deden we toen we elf jaar waren, een tandemsprong weliswaar. Helaas moesten we wachten tot onze zestiende verjaardag voor onze eerste solosprong. Sindsdien is het een deel van ons leven.
David: Ik heb er ondertussen ongeveer 7.200 sprongen opzitten. Mijn broer iets minder, een 5.000-tal. Maar hij is dan ook vier jaar jonger dan ik. Eigenlijk waren we al ervaren valschermspringers toen Defensie ons in het oog kreeg. In 2007 vroegen ze ons om bij het militaire team te komen. Uiteraard hebben we geen seconde getwijfeld.
Waarom twijfelden jullie er niet aan om deel uit te maken van onze militaire ploeg?
David: Dankzij Defensie hebben we de tijd, het budget en de faciliteiten om onze sport elke dag van het jaar te beoefenen. Het is dan ook mede dankzij de steun van Defensie dat we momenteel tot de wereldtop behoren.
Jullie zijn sinds enkele weken terug van het wereldkampioenschap formatiespringen in Dubai. Hoe bereid je je voor op zo'n sprong?
Andy: Heel de dag staat in het teken van onze sprongen. Van 's morgens tot 's avonds zijn we honderd procent gefocust op onze taak: zo correct en snel mogelijk de figuren tijdens de vrije val uitvoeren.
David: Springen in Dubai is ook speciaal. Onze landingsplaats, Palmeiland, is immers omgeven door water. Als je iets te veel naar links of rechts gaat, heb je een probleem. Tijdens onze sprong denken we daar echter niet aan. We zijn zo gefocust dat we pas na onze vrije val rondkijken waar we precies moeten landen.
Andy: Bovendien moet je ook vertrouwen hebben in de piloot. Hij geeft pas groen licht als we vlak boven de landingsplaats vliegen.
Jullie hebben er al enkele duizenden sprongen opzitten. Denken jullie nog aan de risico's?
David: Aan de risico's denken we niet meer. We hebben twee valschermen: een gewone en een reserve. Eén keer om de 500 sprongen moet je dat reservescherm gebruiken, maar dat jaagt ons geen angst aan.
Andy: Bovendien hangen aan elke sport risico's vast. Het is een automatisme geworden voor ons.
David: Inderdaad, zoals met de auto rijden. Daar denk je ook niet meer over na. Een echte kick hebben we daarom ook niet meer.
Jullie verloren in Dubai met het kleinste verschil. Zijn jullie teleurgesteld of is die zilveren medaille toch de kroon op het werk?
David: Verliezen met één puntje is nooit leuk. Bovendien gebeurde de fout tijdens onze allerlaatste sprong. Vanaf ronde één waren we op achtervolgen aangewezen. Maar de laatste rondes stonden we op gelijke hoogte met de Amerikanen. We geloofden erin tot op de laatste minuut.
Andy: Toch mogen we trots zijn op onszelf. We hebben niet alleen de aansluiting met de wereldtop gemaakt, maar we verpulverden ook ons eigen record in het totale aantal punten.
David: Hoewel we teleurgesteld zijn, verwijten we niemand iets. We winnen samen maar we verliezen ook samen.